Vanuit het hindoeïsme bekeken 2

“Laat hem het verwerven van rijkdom en de bevrediging van zijn verlangens vermijden, als ze zijn tegen de Heilige Wet, maar ook rechtmatige handelingen als die pijn in de toekomst kunnen veroorzaken of beledigend zijn… ” (Manu Smriti 3.176)

De grootheid van het hindoeïsme is dat het ons leert vasthouden aan wijsheid en niet aan dogma’s. Dit is de reden waarom bovenstaand vers uit de Manu Smriti zegt dat we zelfs rechtmatige handelingen (dat wil zeggen, ook geschriften) dienen te vermijden als ze pijn veroorzaken of beledigend zijn. We weten dat Shrí Krishṇa de Bhagavad Gítá openbaarde om de hoogste spirituele kennis van het hindoeïsme via Arjuna kenbaar te maken. Maar uiteindelijk adviseert Krishṇa aan Arjuna om zijn eigen wijsheid en geweten te gebruiken om een besluit te nemen.

“Ik heb u de woorden van visie en wijsheid gegeven meer geheim dan verborgen mysteries. Denk na over hen in de stilte van uw ziel, om vervolgens in vrijheid uw wil te bepalen.” (BG 18,63)

“In vrijheid uw wil bepalen” is waar het in het hindoeïsme omgaat. We moeten altijd onderscheid maken tussen wat goed is en wat verkeerd is, en niet blindelings de regels volgen. De schoonheid van het hindoeïsme is dat het de vrijheid van denken aanmoedigt. Ga op zoek naar kennis en leer je onderscheidingsvermogen te vergroten.

In het hindoeïsme heeft de vrouw dezelfde religieuze en geestelijke vrijheid als de man. Net als een man, is ze de ziel in gebondenheid met het lichaam en het doel van haar leven is hetzelfde als die van de man: geestelijke volmaaktheid of moksha middels onbaatzuchtige arbeid, meditatie en yoga. In het hindoeïsme zijn de vrouwen verheven tot het niveau van goddelijkheid. Hindú’s aanbidden God in de vorm van Goddelijke Moeder. Echter, de status van vrouwen in de hindúsamenleving wordt ook beïnvloed door andere factoren dan de idealen uiteengezet in de Veda’s en Upanishads, zoals culturele gewoonten, biologische en psychologische verschillen tussen mannen en vrouwen. Derhalve op individueel en sociaal niveau, is volledige en totale gelijkheid van vrouwen een doel waar de hindúsamenleving (en andere samenlevingen) nog steeds naar streeft. Zoals Swámí Vivekananda zegt: “We moeten beseffen dat mannen en vrouwen twee vleugels van dezelfde vogel zijn; om daadwerkelijk tot grote hoogten te stijgen, moeten een man en een vrouw in harmonie werken teneinde meer harmonie in het leven te bereiken.”

“Waar vrouwen worden vereerd, daar zijn de goden tevreden. Maar waar ze niet worden vereerd, zullen heilige rituelen geen beloning voortbrengen.” (Manu Smriti 3.56)