VN: Rohingya-crisis in Myanmar is ‘schoolvoorbeeld van etnisch zuiveren’

De wijze waarop Myanmar de islamitische Rohingya-minderheid behandelt is ‘een schoolvoorbeeld van etnisch zuiveren’. Dit heeft Zeid Ra’ad al-Hussein, de Hoge Commissaris voor Mensenrechten van de Verenigde Naties, gezegd. Meer dan driehonderdduizend Rohingya’s sloegen de afgelopen weken op de vlucht voor het offensief van de regeringstroepen.

De Jordaanse prins Zeid veroordeelde de ‘brute veiligheidsoperatie’ in een toespraak voor de VN-mensenrechtenraad in Genève. Hij riep Myanmar op het offensief te staken en ‘het patroon van wijdverspreide discriminatie van het Rohingya-volk te doorbreken’. 

Eind augustus escaleerde het geweld in de deelstaat Rakhine, na een gecoördineerde aanval van Rohingya-rebellen op tientallen politieposten. Als vergelding lanceerde het leger een tegenoffensief, ‘overduidelijk disproportioneel’, aldus Zeid. ‘We hebben verschillende berichten en satellietbeelden ontvangen van veiligheidstroepen en lokale milities die Rohingya-dorpen platbranden en consistente verhalen over buitengerechtelijke moorden, waaronder het schieten op vluchtende burgers.’

Suu Kyi gaf vorige week de schuld aan de Rohingya-’terroristen’, die met nepnieuws de crisis zouden opstoken

Demonstratie in de Indiase stad Kolkata tegen het optreden van het Indiase leger.

Demonstratie in de Indiase stad Kolkata tegen het optreden van het Indiase leger.

Ruim driehonderdduizend Rohingya’s zochten de afgelopen weken hun heil in buurland Bangladesh. Tienduizenden zijn gestrand op de grens nu Bangladesh de poorten dichthoudt. De opvangplekken in het land zitten overvol. Volgens de VN zijn meer dan duizend mensen inmiddels omgekomen bij het geweld.

De internationale gemeenschap, in het bijzonder de moslimwereld, voert de druk op Myanmar op om een einde te maken aan het offensief. Buurland Bangladesh spreekt inmiddels van een genocide. Maar Myanmar geeft tot dusver geen krimp. Nobelprijswinnaar Aung San Suu Kyi, de politieke leider van Myanmar, gaf vorige week de schuld aan Rohingya-’terroristen’, die met desinformatie over het legergeweld de crisis zouden opstoken. Om Rakhine woedt behalve een militaire- ook een informatieoorlog: beide kanten hebben nepnieuws verspreid over het conflict.

Ongewenst

Een Rohingya-familie steekt de grensrivier met Bangladesh over.

Een Rohingya-familie steekt de grensrivier met Bangladesh over. 

Al jaren is deelstaat Rakhine in de greep van etnisch geweld. De situatie verslechterde vorig jaar na de militante aanval in oktober, toen Rohingya-rebellen een veel kleinere aanval op drie grensposten uitvoerden. Het leger reageerde met een langdurige vergeldingsoperatie die gepaard ging met moordpartijen, verkrachtingen en etnische zuivering. 

De islamitische Rohingya-minderheid, stateloos en ongewenst door de Myanmarese regering, wordt door de boeddhistische meerderheid beschouwd als ‘Bengali’, indringers uit buurland Bangladesh. Hoewel ze al eeuwenlang leven in de regio, hebben ze nooit de Myanmarese nationaliteit gekregen. In 2012, toen de militaire junta nog het bewind voerde over Myanmar, werden bij een geweldsgolf in de regio Rohingya-dorpen platgebrand en inwoners verdreven. 

Honderdduizenden Rohingya’s verblijven in Bangladesh, soms al sinds de jaren negentig, vaak onder erbarmelijke omstandigheden in kampen.

 

Bron: de Volkskrant