Voor de Oeigoeren is religie ineens een vorm van culturele weerstand

Kinderen op straat, kort voor het Suikerfeest in Yarkand, in de regio Xinjiang. 

China bouwt een politiestaat op in de regio Xinjiang. De oorspronkelijke bewoners, de islamitische Oeigoeren, vormen er nu een minderheid. Deel twee in een korte serie.

Ze hangen in twee talen aan hekken van moskeeën door heel Xinjiang: de nieuwe regels tegen radicalisering, waarmee de Chinese overheid de invloed van extreme islam in de noordwestelijke provincie (met zo’n 12 miljoen moslims), wil inperken.

Op straat loopt men de grote plakkaten voorbij zonder op te kijken, maar de inhoud is welbekend: geen ‘abnormale’ baardgroei of namen als ‘Mecca’ of ‘Quran’ voor pasgeboren kinderen, een strikt verbod op het verspreiden van buitenlandse religieuze filmpjes, en op zelf georganiseerde bijeenkomsten buiten de staatsmoskeeën. Dat daar je identiteitskaart wordt gescand, nadat je door een veiligheidspoortje bent binnengekomen, is inmiddels al geen nieuws meer.

Net als elders in de wereld vindt in China een opleving van conservatieve vormen van islam plaats. Sinds een jaar of acht kijken Oeigoeren bijvoorbeeld op hun smartphones naar filmpjes uit Oezbekistan, een moslimland waar men vrijwel dezelfde taal spreekt als de Oeigoeren maar waar bijvoorbeeld salafistische invloeden uit het Midden-Oosten eerder aankomen.

Onder invloed van de inmiddels verboden filmpjes en teksten werden bruiloften en begrafenissen soberder dan gebruikelijk was, vooral in het religieuzere zuiden van Xinjiang. Vrouwen gingen zich bedekter kleden.

Negatieve emoties

Volgens China’s overheid gaat de trend, die ze linkt aan separatisme in de regio, in tegen de correcte uitoefening van China’s moslimtradities. Ze treedt er steeds harder tegen op. Traditioneel staat in Xinjiang, een handelsregio waar de islam via de oude Zijderoute China binnenkwam, het meditatieve soefisme centraal met jaarlijkse festivals op lokale heilige plekken.

Volgens een lokale godsdienstwetenschapper is de onderdrukking van de opleving ‘contraproductief’ en veroorzaakt hij ‘negatieve emoties’ onder Oeigoeren die vooral bezig zijn met hun religieuze identiteit. Hoewel radicalisering in Xinjiang een probleem is – de laatste jaren zijn er religieus gemotiveerde aanslagen gepleegd – versterkt de inmenging van de overheid in cultuur en religie ook gevoelens van weerzin onder gematigde moslims. Zo verbieden de nieuwe regels het houden van religieuze huwelijksceremonies.

“Opeens wordt godsdienst een vorm van culturele weerstand”, aldus de onderzoeker, die anoniem wil blijven, omdat het gevaarlijk is over religie te praten met buitenlandse media.

Islam

Hoewel de overheid zich vooral met Xinjiang bezighoudt, is de Chinese interesse in islam breder dan Oeigoers politiek verzet. Ook onder Chinese moslims in de rest van het land, is er sprake van belangstelling voor islam buiten de landsgrenzen.

“Als iemand ook moslim is, voel je meteen een band, waar die ander ook vandaan komt”, zegt Ding Haichao, een 19-jarige scholier uit de provincie Henan. Haichao groeide op in een dorp waar vrijwel iedereen moslim is.

Als tiener raakte ze geïnteresseerd in de tradities van haar geloof, dat ze een ‘erg belangrijk’ deel van haar identiteit noemt. Online volgt ze internationale debatten onder jonge moslima’s. Over gepaste zwemkleding en halalsnacks, maar ook over het omgaan met negatieve reacties van niet-moslims.

Dat is nodig. Hoewel moslims buiten de provincie Xinjiang minder te maken hebben met overheidsbemoeienis, is er in heel China sprake van een groeiende angst voor islamisering. Berichtgeving over door moslims gepleegde aanslagen, zowel binnen China als in Europa, maken zenuwachtig.

Discriminatie

“In het dagelijks leven kom ik geen discriminatie tegen, maar op internet is het wel erg”, zegt Haichao, vandaag gekleed in een geelgeruite blouse met zwarte hoofddoek. Op aanraden van haar moeder mengt ze zich niet langer in online discussies over haar geloof. “Je kunt praten wat je wil, maar uiteindelijk is het toch weer: ‘Jullie moslims hebben dit of dat gedaan’.”

Hai Yanming, een plaatselijke imam, ziet de islam de laatste jaren eveneens gevoeliger worden. Zo mag je alleen nog op Hadj via een door de lokale overheid georganiseerde toer. Ook halal-voedselverpakkingen worden door Chinese internetgebruikers gezien als teken van een oprukkende islam. In april protesteerden omwonenden van een geplande moskee in de provincie Anhui tegen de bouwplannen door een varkenskop op de geplande locatie te begraven.

“Discriminatie zaait haat in harten. Dat mag niet van Allah, maar het kan wel gebeuren”, zegt Imam Hai. Hij herhaalt een bekende overheidsleus: “We houden van ons land én van ons geloof. Wat denken mensen wel, dat we China niet zouden verdedigen als een buitenlander iets kritisch zegt?”

Economische relaties

Intussen lijkt de Chinese overheid op zoek naar een balans in het omgaan met haar moslimbevolking. Die bedraagt nog geen twee procent van China’s totale inwoneraantal, maar is met 23 miljoen gelovigen toch aanzienlijk. In Xinjiang lijkt de harde hand tegen moslims voorlopig niet opgegeven te worden. Begin deze maand berichtte Radio Free Asia nog over honderden Oeigoeren die vastgehouden werden na thuiskomst van een buitenlandse pelgrimstocht.

Tegelijk wil het land geen sociale onrust. Een ambtenaar riep recent op tot een matiging van anti-moslimuitingen op het internet. Ook goede economische relaties met moslimlanden in de regio zijn belangrijk, bijvoorbeeld als deel van het Nieuwe Zijderoute-initiatief. Daarin kunnen Chinese moslims een belangrijke rol spelen, mits ze daarvoor de kans krijgen.

Haichao hoopt na de zomer te gaan studeren aan de Islamitische Universiteit van Maleisië. “Daar zitten veel mensen uit ons dorp.” Ze wil een opleiding islamitische economie volgen. “Maar als ik daar ben, hoop ik ook buiten mijn studie veel te leren over de islam.”

Bron: TROUW