Waarom stappen mensen over op een ander geloof?

Dharma Parivartan of geloofsconversie is een zeer geladen onderwerp. Niet alleen voor de persoon die deze beslissing neemt maar ook voor de naasten die dit proces zien voltrekken en er vaak veel leed van hebben. Er ontstaat een periode van spanningen binnen het gezin/familie/vrienden en kennissen. Het overstappen van geloof volstrekt zich in alle religieuze gemeenschappen van de wereld. Het overstappen kan binnen hetzelfde geloof, maar ook tussen religies in of helemaal van de religie af en kiezen voor bv. atheïsme of spiritualisme. Vaak bekijken wij als mens het alleen vanuit onze eigen groep, maar het inzicht moet ontstaan dat geloofsconversie een continu en geen eng proces is. De beslissing om over te stappen is over het algemeen een persoonlijke; er zijn ook mensen die vinden dat zo’n een beslissing alleen genomen wordt door externe druk op de persoon. Onze religieuze keus wordt bepaald door onze familie, de omgeving waar wij wonen, ons beroep en de etnische groep waartoe wij behoren.

Externe factoren die de persoon beïnvloeden zijn o.a.:

Het niveau van opleiding, de sociale status van personen: armoede, huwelijk, ongelijkheid binnen de groep, het veranderen van omgeving, het proces van assimilatie of gedwongen conversie.

Interne factoren zijn bv. dat de persoon uitgekeken raakt op het geloof, er niet meer door vervuld raakt, geen oplossing vindt voor zijn/haar problemen binnen het geloof, het niet eens is met de regels binnen het geloof en buiten die regels om wil, schade heeft ondervonden van het geloof, is bedrogen of belangstelling krijgt voor iets anders bv. spiritualiteit. De familie of groep waartoe men behoort, voelt zich bedroefd en verraden omdat 1 van de basiskenmerken van de groep is overtreden door een groepslid zelf, terwijl die juist die normen en waarden zou moeten helpen verdedigen. Er ontstaat natuurlijk ook het gevoel van twijfel. Dit geldt deels ook voor de vrienden en kennissen van betrokkene. Vaak voelt men dat het vertrouwen geschaad is. De nieuwe geloofsgenoot wordt meestal heel positief ontvangen door de groep waar die zich aansluit. Voor de persoon zelf breken er nieuwe tijden aan. Aan de ene kant is de kans op het verlies van contact met oude vrienden en familieleden heel groot, maar aan de andere kant ontstaan mogelijk weer nieuwe vriendschappen. Een belangrijk stuk culturele erfenis van de familie moet worden ingeruild voor de cultuur van de nieuwe groep. Een proces van adaptatie en loslaten voltrekt zich in de persoon. Om geloofsconversie tegen te gaan moet de geloofsgroep beter letten op de noden van haar leden, een sociale structuur van ondersteuning ontwikkelen, groepsversterkende activiteiten en onderlinge cohesie stimuleren, proactief zaken van de gemeenschap aanpakken en niet op hun beloop laten en veel discussies uitlokken tussen geloofsgenoten om de volgelingen gemotiveerd te maken en bij de les te houden.