Zeus en Indra – Een gemeenschappelijke oorsprong?
De Griekse God Zeus en de Indiase God Indra vertonen vele overeenkomsten. Beiden staan bekend als Koning der Goden en heersen over regen, bliksem en donder. Beiden worden doorgaans afgebeeld met een bliksemschicht in de hand, die bij Zeus de naam Keraunos draagt en bij Indra de naam Vajra. Beide goden hebben veel menselijke trekken en een grillige aard. Zo ontsteken ze snel in woede en straffen ze hun tegenstanders genadeloos. Bovendien hebben ze vele buitenechtelijke affaires met zowel goddelijke als sterfelijke vrouwen. Tot slot staan ze beiden bekend om het verslaan van een mythische slang. Zo versloeg Indra de mythische slang Vritra, die het water van de rivieren tegenhield en zo voor een grote droogte zorgde. Zeus versloeg de mythische slang Typhon, die hem naar de kroon stak. Het grote aantal overeenkomsten tussen deze goden roept vragen op over mogelijke verwantschap.
Een proto-Indo Europese weergod?
Het Grieks en het Sanskriet zijn beide Indo-Europese talen. Het idee dat de overeenkomsten tussen Zeus en Indra teruggaan op een proto-Indo-Europese godheid ligt daarom voor de hand. Volgens sommige geleerden vereerden de proto-Indo-Europeanen al een weergod genaamd Perkwunos. Varianten op deze naam zouden in verschillende takken van de Indo-Europese talenfamilie voorkomen, met name in de Baltische (Perkunas) en de Slavische (Perun) tak. De naam Perkwunos komt ook terug in de naam Fjörgynn, de moeder van de Noorse weergod Thor. Andere varianten op deze naam zouden te vinden zijn in het Thracische Perkon, het Albanese (Perëndi) en het Hittische Pirwa. Bovendien zou de naam van Zeus’ bliksemschicht (Keraunos) en die van de Vedische regengod (Parjanya) hiervan zijn afgeleid. Uit de Baltische en Slavische mythologie blijkt dat Perkwunos naast weergod ook oorlogsgod was en een speciale band had met eiken. Zijn naam betekent zelfs ‘heer der eiken’.
Zeus
De oppergod van de oude Grieken, volgens de Griekse mythologie. Heerser over hemel en aarde, vader van de goden en de mensen. Hij was de zoon van Cronus en Rhea en werd geboren in de Diktaeische grot op Kreta. Hij versloeg de Titanen en stootte Cronus van de troon. Hij woonde op de berg Olympos in Thessalië. Hij was gehuwd met Hera en zijn lievelingsdochter was Athene, die uit zijn hoofd werd geboren. Zeus was de hemelgod, de beschermer van recht en moraal, van staat, huis en hof en van de gast. Bij de Romeinen werd Zeus Jupiter genoemd.
Zeus werd als baby gezoogd door de magische geit Amalthea op Kreta. Nadat Zeus, eenmaal volwassen, de Titanen en Giganten had verslagen, kreeg hij de absolute macht en werd hij de heerser over alles. Hij was de God van het licht en de donder en bliksem en hij toonde die macht met zijn karakteristieke attributen: de bliksemschicht, de scepter, de adelaar en de Aegis; het vel van de geit Amalthea, een ondoordringbaar schild. Met deze attributen was Zeus de handhaver van de maatschappelijke orde en hoofd van de vorstelijke macht. Hij oefende deze macht niet alleen uit over de mensen, maar ook over alle Goden.
Indra
Indra is in de Indiase oudheid een deva die al in de Rig-Veda genoemd wordt als de god van oorlog, de hemel, onweer en regen. Indra is geboren uit de hemel en aarde en scheidde deze voorgoed. Ook wordt zijn moeder met Aditi en zijn vader met Viswakarma (Tvastri) geïdentificeerd. Hij is geen asurá (demon), maar de laatst gecreëerde deva (god). Indra roeide demonen uit en was aanvoerder van de goden in de strijd tegen de asura’s. Indra is ook leider van de stormgoden, de Máruts. Zijn echtgenote heet Śacīdevī of Indráni. Hij is een jaloerse god, die de macht beheerst, niet het respect. Andere namen van Indra zijn: ‘heer van de bergen’, ‘heer van Svargaloka (de hemel)’, Sakra (geschikte), Divapati (heer van de goden), Bajri (bliksemhouder), Vritraha (overwinnaar van Vritra), Meghaváhana (hij, die op de wolken rijdt), Mahendra (de grote Indra), Devendra, Swargapati (heer van de hemel) en Sahasrakshá (met duizend ogen).
Indra is in de hindoeïstische traditie een grote veroveraar, drinkt de rituele roesverwekkende drank soma, brengt dingen tot leven en zorgt voor welvaart. Na het drinken van soma zwelt Indra op en vult zo de hele hemel en aarde.
In het modernere hindoeïsme is Indra de god van de regen, die de oostelijke hemel beschermt, waaruit de moessonwolken komen. Hij nam veel functies van Varuna deva over en wordt zo een scheppende vruchtbaarheidsgod.
Hij is de “houder van de bliksem” en wordt afgebeeld met de vajra in de hand. Zoals sommige stormgoden van andere religies van Indo-Europese origine werpt hij de bliksem onder andere van de top van de berg Meru, waar hij woont. Zijn verschijning is woest en rood en goudkleurig. In zijn rechterhand de bliksemflits, waarmee hij doodt en gesneuvelden tot leven kan wekken. Soms heeft hij vier armen, houdt hij een lans en een boog vast en heeft hij over zijn hele lichaam ogen. Hij rijdt in een strijdwagen of op de zon. Hij laat zich op latere afbeeldingen rondrijden door zijn reuzenolifant Airavata, de hemelse voorvader van alle Indische olifanten, die uit het karnen van de Melkoceaan voortkwam. Sarama, de hond (teef) die voor hem de verblijfplaats van de goddelijke koeien opspeurt, is Indra’s boodschapper.
Overeenkomsten met andere Goden
De dondergod Indra komt in vele opzichten overeen met belangrijke godheden uit andere culturen zoals Zeus, Jupiter, Donar of Thor, Jahwe en Baäl.
Zoals de Noordse Thor (Oudengelse Þunor; Duitse Donner, verwant aan Donar) wordt hij in de Rig-Veda als Roodbaardige of Getandbaardige omschreven (RV 10.23,4), ook al tonen de gangbare beelden hem steevast baardloos. In Ugarit werd El vereerd als oppergod, (die evenwel ‘zich in het binnenste heiligdom van zijn acht kamers verborg, trillend van vrees, bij het naderen van de machtige Anath’).
Het karakteristiek wapen van Indra, de vajra, komt overeen met Mjollnir, de typische hamer van Thor, waarmee deze laatste orde schept door ‘reuzen’ (Thursen en Joten) de schedel in te slaan. De dondergod Thor uit de Noordse mythologie vecht tegen de Midgaardslang.
Indra was ook de belangrijkste drinker van de goddelijke somadrank, de maddhu of mede, die de noordse goden dronken, en die hem opwekte tot diepe kennis en heroïsche daden.
Bron:
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!